Zoeken
Psalmen 22,23 - Dat mijn broeders uw naam ik mag melden, uw lof zingen temidden der schare;
Hebreeën 2,12 - Ik zal uw naam verkondigen aan mijn broeders en uw lof zingen midden in de gemeente;
Psalmen 35,18 - dat ik onder de schare U dank zeg, met de menigte samen uw lof zing.
Psalmen 102,22 - dat Jahwe's naam in Sion gemeld zij, zijn lof in Jeruzalem,
Psalmen 22,26 - U mijn lof waar de schare bijeen is: zo toch los mijn geloften ik in ten overstaan van wie Hem vrezen.
Ester 13,17 - Verhoor mijn gebed, erbarm U over uw erfgoed en doe onze droefheid in vreugde verkeren. Laat ons leven, Heer, om de lof van uw naam te zingen en sluit niet de mond van hen die U prijzen.
Psalmen 18,50 - En daarom wil ik, o Heer, U loven temidden der volken, psalmzingen uw naam ter ere:
Psalmen 35,28 - En ik geef uw gerechtigheid stem, als ik, elke dag weder, uw lof zing.
1 Korintiërs 14,15 - Het is dus zaak te bidden met mijn geest maar ook met mijn verstand, Gods lof te zingen met mijn geest maar ook met mijn verstand.
Psalmen 66,4 - U zal alles op aarde aanbidden, zingen U, zingen uw naam ter eer.'
Psalmen 51,16 - Bloedbevlekt ben ik - God, neem het van mij! dat ik jubelend uw vrijspraak mag melden:
Psalmen 69,31 - dan loof ik Gods naam door een lied, van zijn grootheid zing ik de lofzang.
2 Kronieken 20,19 - En de levieten die tot de Kehatieten en de Korchieten behoorden begonnen met luider stem de lof te zingen van Jahwe, de God van Israël.
Wijsheid van Jezus Sirach 49,11 - Hoe zullen wij de lof zingen van Zerub babel? Hij was als een zegelring aan de rechterhand.
Psalmen 9,15 - dat ik voluit uw lof mag verkondigen, in de poorten van haar, Sions dochter, juichen mag: want Gij schenkt bevrijding.
Psalmen 56,13 - God, mijn geloften aan U zijn nog oningelost: ik mag U thans betalen het offer van mijn dank;
Psalmen 71,14 - Ikzelf - ik blijf hopen bestendig: dat ik weer mag verhogen uw lof,
Psalmen 9,3 - vreugde dragen, in U mij verblijden, zingen uw naam ter eer, Allerhoogste;
Job 33,27 - Hij mag weer zingen onder de mensen: 'ik zondigde, ging verkeerde wegen maar werd minder bestraft dan ik had verdiend.
Psalmen 57,8 - Mijn hart, God, weet zich weer gerust: zingen mag ik, tokkelen de snaren.
Psalmen 71,22 - Dan mag ik U weer loven met harpspel o mijn God, om uw trouw, bij de cither mijn psalmen zingen, Gij Heilige Israëls,
Psalmen 108,2 - Mijn hart, God, weet zich gerust. Zingen mag ik, tokkelen de snaren: ja - dat is mijn glorie.
2 Kronieken 31,2 - Daarna deelde Hizkia de priesters en levieten weer in op grond van hun vroegere afdelingen en naar de aard van hun bediening als priester of leviet, naargelang zij bestemd waren voor het opdragen van brand - en slachtoffers, voor het zingen van lof - en dankliederen of voor de bewaking van de poorten van Jahwe's legerplaats.
1 Makkabeeën 13,47 - Simon gaf hieraan gevolg en staakte de strijd. Hij zette ze uit de stad, zuiverde de huizen van afgodsbeelden en hield toen zijn intocht onder het zingen van lof - en dankliederen.
1 Makkabeeën 13,51 - En op de drieëntwintigste dag van de tweede maand van het jaar honderdeenenzeventig hielden de joden er hun intocht onder gejuich en het wuiven met palmtakken, onder het spelen van citers, cimbalen en lieren, en onder het zingen van lof - en dankliederen, want een grote vijand was uit Israël verdreven.
1 Kronieken 16,7 - Die dag liet David voor de eerste maal door Asaf en zijn broeders het' Loof Jahwe' zingen:
1 Kronieken 25,7 - Met inbegrip van hun broeders die geoefend waren in het zingen van liederen ter ere van Jahwe, bedroeg hun aantal in het geheel tweehonderdachtentachtig volleerde zangers.
1 Kronieken 10,9 - Ze plunderden hem uit, namen zijn hoofd en zijn wapenrusting mee en zonden boden rond in het land der Filistijnen om aan hun goden en het volk het goede nieuws te melden.
Psalmen 48,11 - hoe reikt uw lof, God, als uw naam tot de verste grenzen der aarde. De gerechtigheid rust in uw hand.
Psalmen 61,6 - Gij, God, hebt mijn geloften verstaan, die uw naam vrezen wilt Gij verhoren:
Psalmen 61,9 - Dan draagt mijn lied uw naam door de tijden, mijn geloften getrouw: dag aan dag.
Numeri 30,3 - Wanneer iemand aan Jahwe een gelofte doet of door een eed een verplichting op zich neemt, dan mag hij zijn woord niet schenden; hij moet alles volbrengen wat over zijn lippen is gekomen.
1 Makkabeeën 6,5 - Hij bevond zich nog in Perzië, toen men hem kwam melden, dat de legers die naar het land van Juda waren getrokken, verslagen waren;
Jesaja 61,2 - om een jaar van Jahwe's genade te melden, een dag van wraak voor onze God; om alle treurenden te troosten,
1 Korintiërs 12,1 - Ook omtrent de geestelijke gaven, broeders, mag ik u niet in onwetendheid laten.
Jacobus 3,10 - Uit een en dezelfde mond komt zegen voort en vloek. Dit mag niet zo zijn, broeders!
Handelingen van de Apostelen 16,2 - Omdat hij een goede naam had bij de broeders van Lystra en Ikonium,
1 Kronieken 16,35 - Zeg tot Hem: Red ons, God van ons heil. bevrijd ons uit de greep van de volken, en breng ons bijeen om uw heilige naam te loven en uw lof te verkondigen.
Psalmen 145,21 - De lof Gods is mij op de lippen: moge alles wat leeft zegenen zijn heilige naam. Immer, voor eeuwig.
Wijsheid van Jezus Sirach 44,8 - Sommigen onder hen hebben een naam nagelaten, zodat men hun lof verkondigt.
Numeri 6,5 - Zolang zijn gelofte duurt, mag geen scheermes zijn hoofd aanraken. Tot de tijd waarvoor hij zich aan Jahwe gewijd heeft, voorbij is, is hij heilig en moet hij zijn hoofdhaar laten groeien.
1 Koningen 18,12 - Als ik van u wegga om het Achab te melden, dan kan de geest van Jahwe u wel opnemen, wie weet waarheen. Als Achab u dan niet kan vinden, vermoordt hij mij, terwijl uw dienaar nog wel van zijn jeugd af Jahwe vereerd heeft.
Jesaja 61,1 - De geest van Jahwe, mijn Heer, rust op mij, want Jahwe heeft mij gezalfd. Hij heeft mij gezonden om de armen het blijde nieuws te brengen, om te verbinden wier hart gebroken is, om aan de gevangenen vrijlating te melden, en aan de geboeiden de terugkeer naar het licht;
Deuteronomium 18,7 - dan mag hij de dienst van de naam van Jahwe zijn God verrichten, evengoed als zijn medelevieten die daar voor Jahwe staan.
Psalmen 7,18 - Loven mag ik de Heer om zijn gerechtigheid, psalmzingen bij de harp ter ere van zijn naam: de Heer - de Allerhoogste.
Psalmen 143,11 - Hoed mijn leven, getrouw aan uw naam; doe recht: dat het de druk mag ontkomen.
1 Kronieken 25,1 - Verder kozen David en de legeroversten voor de eredienst uit de zonen van Asaf, van Heman en van Jedutun om, begeleid door lieren, harpen en cimbalen, lofliederen te zingen. De lijst van de mannen die voor deze taak waren aangewezen, bevatte de volgende namen.
1 Makkabeeën 9,39 - Vandaaruit namen ze op een gegeven ogenblik een rumoerige stoet waar; de bruidegom kwam met zijn vrienden en familieleden onder het slaan van pauken en het zingen van liederen, rijk uitgedost, hun richting uit.
2 Tessalonicenzen 3,6 - Wij bevelen u, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, iedere broeder te mijden die arbeid schuwt en niet leeft volgens de overlevering die gij van ons hebt ontvangen.
Leviticus 25,46 - en aan uw kinderen als erfgoed nalaten; die kunt ge voor altijd als slaven in dienst houden. Maar niemand van u mag een broeder, een Israëliet tiranniseren.